60 min.
40 min.
100 min.
Haal de boter van tevoren uit de koelkast, zodat hij op kamertemperatuur is. Wees geduldig bij het inwrijven van de boter. Indien gewenst, kunnen de krenten decoratief, voorafgaand aan het bakken, op de koekjes worden gedrukt.
Ingrediënten:
- 100 gr bloem
- 50 gr maïzena
- 50 gr custardpoeder
- 100 gr suiker
- 100 gr boter, zacht
Bereidingswijze:
1Doe alle ingrediënten in een kom. Wrijf de boter door de droge ingrediënten tot het lijkt op zeer fijne broodkruimels (het zal een tijdje duren, maar is dan ook de moeite waard). Dan duw je het samen om een zeer stevig deeg te vormen. Als het niet gemakkelijk samen komt, voeg je een theelepel water per keer toe. Je wilt niet dat het deeg te kleverig is. Rol tot een bal en bedek in plasticfolie; zet 40 minuten in de koelkast (of een nacht).
2Bedek een bakplaat met bakpapier. Verwarm de oven voor op 160°C.
3Leg het deeg in het midden van de bakplaat en met een deegroller rol je het voorzichtig uit tot een cirkel, waarbij het grootste deel van de bakplaat bedekt is (waardoor ongeveer 2-3 cm afstand vanaf de rand van de bakplaat vrij blijft).
4Prik overal met een vork in. Druk zachtjes met de vork op de randen om een patroon te geven aan de zandkoekjes.
5Met een mes, snijd je de afgeplatte cirkel in punten (zoals een pizza).
6Bak 40-50 minuten in de voorverwarmde oven, tot de koekjes licht gekleurd en krokant zijn.
Opbrengst:
8 broodjes