Stol met maanzaad

1Maak eerst de fondant, omdat het een nacht moet worden gekoeld. Om de fondant goed te kunnen vouwen, heeft u een marmeren plaat of een bakplaat nodig, en een lange fondantspatel. Als u een bakplaat gebruikt, spoel deze eerst af met water, en laat nog een paar druppels op de plaat liggen.

2Voor de fondant: Los de wijnsteen op in water in een pan met een dikke, zware bodem. Voeg de suiker toe en breng het mengsel aan de kook op middelhoog vuur. Roer af en toe om de suiker beter te laten oplossen. Stop met roeren als de suikersiroop begint te koken. Verhit de stroop tot 115°C, of totdat een kleine hoeveelheid siroop in koud water een zacht balletje vormt, maar plat wordt als deze uit het water wordt gehaald en op een vlakke ondergrond wordt geplaatst.

3Giet de suikersiroop onmiddellijk over op de bakplaat of marmeren plaat en laat dit 10 minuten afkoelen. Gebruik een spatel om het krachtig te kneden en dubbel te vouwen. Kneed tot het ondoorzichtig wordt, 5 tot 10 minuten. Laat afkoelen. Giet de fondant over in een hittebestendige kom. Laat een nachtje afkoelen in de koelkast.

4Voor het gistmengsel: Los de gist en 1 theelepel suiker op in 60 ml melk (op kamertemperatuur). Giet de resterende melk (120 ml) in een beslagkom. Voeg 135 gr bloem en het gistmengsel toe. Meng dit met een vork. Dek de kom af met een handdoek en laat 10 tot 15 minuten rijzen tot er belletjes ontstaan.

5Voor het deeg: Roer de resterende 350 gr bloem, 50 gr suiker, zout, eieren, en het citroenschil door het gistmengsel. Gebruik hiervoor een mixer met deeghaken en zet deze op de laagste stand. Mix het deeg ongeveer 5 minuten, schraap af en toe het deeg van de haken en zijkant van de kom af.

6Verhoog de snelheid van de mixer tot medium-laag en voeg de zachte boter eetlepel-voor-eetlepel toe totdat de boter volledig vermengd is. Mix het deeg 5 minuten, schraap het deeg van de haken en zijkant van de kom indien nodig. Voeg de gemalen amandelen toe, en vermeng even kort met één of twee slagen van de mixer. Giet het deeg over op een licht met bloem bestoven werkvlak en vorm het tot een bal. Leg de bal in een met olie ingevette kom en dek af met plasticfolie en een theedoek. Laat rijzen tot het verdubbeld is, 1,5 tot 2 uur. Bereid de vulling voor terwijl het deeg rijst.

7Voor de vulling: Verwarm de melk in een steelpannetje met een dikke bodem tot deze bijna kookt. Roer er dan de boter en suiker doorheen. Haal de pan van het vuur en voeg maanzaad, 1,5 theelepel citroenschil, en kaneel toe. Laat het mengsel 30 minuten staan ​zodat de maanzaadjes zacht worden. Wanneer het mengsel is afgekoeld, kan het geklopte ei worden toegevoegd.

8Duw het deeg in en rol het uit tot een rechthoek van 26 cm x 40 cm. Verdeel de vulling gelijkmatig over het deeg, maar laat aan alle kanten een marge over van 2 à 3 cm. Rol het deeg op als een boomstam, begin met de lange kant. Knijp de randen samen om een ​​naad te vormen. Leg de stol, met de naad naar beneden, op een met bakfolie beklede bakplaat. Bedek de stol met (met boter ingevet) plasticfolie of een met bloem bestoven theedoek, en laat 30 tot 40 minuten rijzen.

9Verwarm een ​​oven voor op 200°C.

10Bak de stol totdat de onderkant van de stol goudbruin is, ongeveer 40 minuten. Laat de stol volledig afkoelen voordat u het met glazuur gaat bekleden.

11Om het glazuur aan te kunnen brengen, voegt u eerst het citroensap toe aan de fondant. Zet de kom met fondant (au bain-marie) in een pan met een beetje kokend water. Roer regelmatig met een rubberen spatel door de fondant tot het glazuur zacht en glanzend is geworden. Giet de fondant over de stol en laat afkoelen. Serveer.