Pretzel worstenbroodjes

1Voeg de gist en suiker toe aan een kom met 475 ml warm water. Het water mag niet warmer zijn dan 40°C. Laat 20 minuten staan ​​zodat de gist gaat schuimen.

2Pak een grote kom en meng het gistmengsel met de warme melk, olie, en zout tot alles goed gemengd is. Voeg de helft van de bloem toe en meng goed. Roer de resterende bloem erdoorheen, ong. 125 gram per keer, en meng steeds goed. Het deeg moet een beetje stijf en iets kleverig aanvoelen. Leg, als het deeg bij elkaar blijft, het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad en kneed het glad en elastisch, ongeveer 8 minuten.

3Doe wat olie in een grote kom, leg het deeg in de kom en bedek het deeg rondom met een beetje olie. Dek de kom af met een theedoek of plasticfolie en laat op een warme plaats (27 tot 35°C) ong. 45 min rijzen tot het deeg is verdubbeld in volume.

4Vul, nadat het deeg is gerezen, een grote pan met ongeveer 2 liter water, 1,5 theelepel zout en baksoda, en breng dit aan de kook op hoog vuur. Snij, terwijl het water verwarmt, het deeg in 20 stukken, ongeveer ter grootte van golfballetjes. Rol elk stuk op in een lange rol van ong. 30 cm lang en ong. 1,5 cm dik.

5Verwarm een ​​oven voor op 190°C. Vet twee bakplaten in met boter of bakspray.

6Doop een strook deeg in het kokende water met behulp van een tang, tel tot 5, verwijder weer uit het water, en leg deze een paar seconden op keukenpapier om uit te lekken. Wikkel de strook rondom een knakworst, leg dit op de bakplaat, en bestrooi met grof zout. Herhaal dit met de resterende stroken deeg en knakworsten.

7Bak in een voorverwarmde oven tot ze goudbruin zijn, ongeveer 15 tot 20 minuten.