Romige soep met reuzengarnalen

1Pel de garnalen en zet ze opzij. Doe de schalen in een soeppan. Voeg hieraan 1,2 liter koud water, witte wijn, schijfjes citroen, peperkorrels en peterselie toe. Breng het geheel aan de kook, temper het vuur en laat 20 minuten sudderen. Verwijder eventueel schuim dat tijdens het koken aan de oppervlakte komt drijven.

2Maak met een klein, scherp mes een lange snede in de rug van de garnalen. Verwijder met de punt van het mes het zwarte darmkanaal en gooi deze weg. Dek de garnalen af en zet ze koel weg tot u ze nodig hebt.

3Laat de bouillon een beetje afkoelen, haal er dan de citroenschijfjes uit en gooi ze weg. Bedek een zeef met neteldoek en plaats de zeef boven op een grote kom of maatbeker. Maak de bouillon fijn met een mixer of in een keukenmachine tot het afval van de garnalen heel fijn is en giet dit dan door de zeef. Gooi wat achterblijft weg.

4Snijd 100 g van de venkel in grove stukken en snijd de rest van de knol fijn. Doe de fijngesneden venkel in een kom, voeg het citroensap toe en meng alles goed door elkaar. Dek de kom goed af met keukenfolie en zet deze opzij.

5Smelt de boter met de olie in een braadpan. Voeg de grofgesneden venkel en het sjalotje toe. Laat op een middelhoog vuur circa 8 minuten bakken, terwijl u regelmatig roert tot de groenten zacht zijn maar niet bruin. Voeg broodkruim, paprikapoeder en bouillon toe. Breng langzaam aan de kook en temper dan het vuur, zodat de soep blijft sudderen. Voeg vervolgens de reuzengarnalen toe en laat nog 3 minuten sudderen.

6Haal 6 garnalen met een tang of schuimspaan uit de soep om ze later voor de garnering te gebruiken. Leg ze opzij. Breng de soep op smaak met peper en zout en laat nog 15 minuten sudderen.

7Pureer de soep met mixer of keukenmachine tot ze smeuïg is. Doe ze weer in de pan en voeg de fijngesneden venkel en de rode paprika toe. Verhit de soep tot ze kokendheet is. Serveer gegarneerd met de garnalen en fijngesneden venkelblaadjes.