Bruinebonensoep

1Het water samen met de fond aan de kook brengen.

2Nu heb je tijd om de hamlappen in stukjes te snijden. Je kunt de stukjes net zo groot laten als je wilt, ik vind het het lekkerst als ze niet te groot zijn. Bovendien wordt het vlees zo sneller gaar en dus lekker zacht.

3Net voor het kookpunt de bouillonblokjes toevoegen. Je kunt er twee bewaren om later de soep verder op smaak te brengen, maar ik vind het het lekkerst gelijk met 6 te beginnen en later met kruidnagel, nootmuskaat en zout de soep op smaak te brengen.

4Als het water kookt, de hamlappen, de twee verse worsten en de verse rookworsten heel toevoegen.

5De twee winterwortels kun je nu in plakken snijden en even in een bakje bewaren.

6De worsten na ca. 15-20 minuten uit het water halen en op een snijplank leggen. Van de verse worsten het velletje verwijderen, de worst in stukken van ca 1,5 – 2 cm snijden en terug in het water doen. De rookworsten in plakjes snijden en even bewaren (voorverpakte rookworst hoef je niet eerst mee te koken en kun je vanuit de verpakking direct in plakjes snijden).

7Na ca. 15 minuten de bonen toevoegen en om de 5 minuten roerend langzaam laten koken tot de soep lekker troebel word.

8Nu de soepgroente, de in plakjes gesneden rookworsten en de winterwortel in de soep doen.

9Na zo’n 20 minuten de vermicelli toevoegen (ik gebruik 2 – 2,5 strengen fijne vermicelli, meer of minder kan/mag ook).

10Alles nog een goed half uur rustig laten doorkoken en naar eigen inzicht op smaak brengen met kruidnagel, nootmuskaat en/of zout.

11Je kunt de soep direct eten, maar ik vind ‘m de volgende dag het lekkerst. Doordat de grote hoeveelheid soep langzaam afkoelt, gaart alles lekker langzaam na en mixen de verschillende smaken goed door elkaar.