Dimsum met vis

1Verhit de zonnebloemolie in een koekenpan. Bak hierin wortel, gember, knoflook en lente-ui, onder af en toe roeren, ongeveer 5 minuten, totdat de wortel wat zachter is. Roer sesamolie en spinazie erdoor en bak dit een paar seconden mee, totdat de spinazie is geslonken. Bak alles circa 30 seconden op de hoogste stand, tot al het overtollige vocht is verdampt. Neem de pan van het vuur. Laat iets afkoelen.

2Pureer de filet in een keukenmachine. Of hak de vis fijn en druk er dan op met de bolle kant van een pollepel zodat een samenhangend geheel ontstaat. Klop het eiwit met de maïzena los in een kom. Roer de vis erdoor en dan wortel, spinazie en zout naar smaak. Roer alle ingrediënten tot een vrij stevig mengsel. Zet apart.

3Snijd voor de garnering 28 dunne plakjes van de wortel. Leg ze iets uit elkaar in 2 stoommandjes. Snijd de resterende wortel fijn.

4Leg een wontonvel op de palm van een hand. Schep met een theelepel wat van het vismengsel in het midden van het vel. Bevochtig de randen met wat water en vouw de zijkanten rond de vulling. Knijp de dimsum dicht op de plek waar de punten samenkomen.

5Druk de onderkant van de dimsum iets tegen het werkvlak, zodat hij stevig staat, en zet hem op een plakje wortel in één van de mandjes. Maak de resterende hapjes op dezelfde manier. (Ze kunnen 6 uur van tevoren worden gemaakt en afgedekt met plasticfolie in de koelkast worden bewaard.)

6Stoom ze 10 minuten boven kokend water. Hebt u geen mandjes die op elkaar passen, stoom ze dan in 2 keer. Is het eerste mandje klaar, houd dit dan afgedekt met folie warm boven zacht kokend water, terwijl het tweede mandje wordt gestoomd.

7Meng ondertussen sherry en sojasaus in een kommetje. Garneer de warme hapjes met de fijngesneden wortel en lente-ui en geef er de soja-sherrydip bij.