Smeuïge chocoladetaart met laagjes en glazuur

1De taart: Verwarm de oven voor op 180°C / gasovenstand 4.

2Klop met een elektrische mixer 200 gr boter en 400 gr suiker samen, en voeg tijdens het kloppen de olie toe. Voeg de eieren één voor één toe, en zorg ervoor dat ze volledig zijn opgenomen voordat je het volgende ei toevoegt. Voeg de vanille toe.

3Zeef de bloem, cacao, baksoda, bakpoeder, zout en instant koffie, en roer voorzichtig door elkaar.

4Giet in twee ronde bakblikken met een doorsnede van 20 cm die zijn ingevet en bedekt met bakpapier.

5Bak 25 tot 30 minuten in de voorverwarmde oven. Controleer met een mes of een spies of de cake gaar is. Je kunt de cakes tegelijk bakken, als ze op hetzelfde ovenrek passen (niet één onder en één boven zetten). Bak ze anders los van elkaar.

6Het glazuur: Terwijl de taarten bakken, maak je het glazuur. Giet de gezoete gecondenseerde melk in een magnetronbestendige kom op de hoogste stand in de magnetron gedurende 1 tot 2 minuten tot de melk heet is. Voeg de chocolade toe (niet roeren). Laat 5 minuten staan, voordat je de boter toevoegt. Meng voorzichtig tot het goed gemengd is. Dek af en zet opzij.

7Zodra de taarten uit de oven komen laat je deze op een rooster afkoelen.

8Na 30 minuten moet het glazuur voldoende afgekoeld zijn om opgeklopt te worden. Klop 5 minuten op een hoge stand, dan komt er meer lucht bij voor een betere structuur. Zet in de koelkast.

9De taarten moeten nu koel genoeg zijn om ze horizontaal door de helft of in 3 delen (als je je dapper voelt) te snijden. Laat volledig afkoelen – nog eens 30 minuten ofzo.

10Zodra het glazuur weer een uur is afgekoeld klop je deze weer 5 minuten op. Hij moet nu romig en dik zijn.

11Smeer de helft van het glazuur tussen de taartlagen en de rest over de hele buitenkant. Smeer vanuit het midden naar de zijkanten van de taart. Smeer het uit met een plat mes dat je tussendoor af en toe in heet water dompelt. Zo zal het er glad uit gaan zien. De taart is nu klaar om te serveren, al adviseer ik deze eerst een nacht in de koelkast door te laten brengen voor het serveren.