Beef Wellington

1Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius (Gasovenstand 7). Doe 2 el boter in een braadpan en braad de ossenhaas hier 10-15 minuten in aan, totdat het vlees aan de buitenkant mooi bruin in. Haal het vlees uit de pan en laat het afkoelen. Bewaar het braadvet.

2Smelt 2 el boter in een koekenpan op middelmatig vuur. Bak de ui en champignons 5 minuten aan. Haal de pan van het vuur en laat de ui en champignons afkoelen.

3Roer 2 el zachte boter door de paté en breng op smaak met zout en peper. Smeer dit over het vlees en dek af met het ui en champignonmengsel.

4Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol uit tot een grote lap die ruim om het vlees past. Leg het vlees op het midden van het deeg en vouw het deeg om het vlees heen. Druk de randjes op elkaar en zorg ervoor dat de randen en naden niet te dik zijn (snij eventueel het teveel weg). Leg het vlees in een braadpan, met de naad naar beneden, en maak met een mesje een paar sneetjes in de bovenkant en smeer in met de losgeklopte eierdooiers.

5Bak 10 minuten op 230 graden Celsius, zet de temperatuur lager, naar 220 graden en bak vervolgens nog 10-15 minuten, totdat de bovenkant mooi lichtbruin is. Haal uit de oven en dek het af met aluminiumfolie zodat de Beef Wellington warm blijft.

6Giet de bewaarde jus in een klein pannetje en zet het vuur hoog. Roer de runderbouillon en rode wijn erdoor en kook voor 10-15 minuten, totdat de saus enigszins is ingedikt. Giet de jus door een zeefje zodat een gladde jus overblijft en serveer het apart bij het vlees.