Zeevruchtenpaella

1Doe de saffraandraden in een grote, brede pan met zware bodem. Zet de pan op een middelhoog vuur en roer voortdurend tot de saffraan zijn geur afgeeft. Voeg de bouillon toe en breng aan de kook. Haal de pan van het vuur, dek af en laat trekken.

2Bereid de inktvis voor. Snijd de kop en de tentakels eraf en haal de ingewanden eruit. Verwijder de harde delen van de tentakels en de harde stukken kraakbeen uit de lijven. Wrijf met uw vingers het dunne grijze vel van de lijven terwijl u ze onder koud stromend water spoelt. Snijd de lijven van de inktvis vervolgens in dunne repen en snijd de tentakels fijn. Zet opzij.

3Verhit 1 eetlepel van de olie in een braadpan. Voeg de stukken zeeduivel toe en bak ze snel aan alle kanten lichtbruin. Haal de vis uit de pan en zet opzij. Giet de rest van de olie in de pan. Voeg de knoflook, de ui en het paprikapoeder toe en laat op een middelhoog vuur 2 minuten bakken terwijl u af en toe roert. Doe de paprika’s erbij en laat nog circa 3 minuten bakken, of tot de groenten zacht maar niet bruin zijn.

4Voeg de rijst toe en roer, zodat hij is bedekt met de olie. Breng de met saffraan op smaak gebrachte bouillon aan de kook en voeg de helft toe aan de rijst. Roer en breng aan de kook. Temper het vuur en laat 5 minuten sudderen, of tot de vloeistof bijna is geabsorbeerd.

5Schep het rijstmengsel bij de bouillon die nog in de grote pan zat. Voeg voorzichtig de tomaten en hun sap, de erwten en de stukken vis toe. Schik vervolgens de mosselen erbovenop. Laat circa 5 minuten sudderen. Voeg de inktvis toe en laat nog 15 minuten sudderen, of tot de rijst gaar is en alle vloeistoffen zijn geabsorbeerd. Breng op smaak met peper en zout.

6Haal de pan van het vuur, dek de pan af en laat 5 minuten rusten. Verwijder de mosselen die niet zijn opengegaan. Bestrooi de paella tot slot met de peterselie en serveer.