20 min.
55 min.
75 min.
Dit is een oud familierecept.
Ingrediënten:
- 2 kleine wortels
- 275 gr bloem
- 1/4 tl zout
- 1 tl bakpoeder
- 100 gr boter, in stukjes
- 100 ml water
Bereidingswijze:
1Verwarm de oven voor op 230°C/gasstand 8.
2Doe de worteltjes in een steelpannetje met water en kook ze in ongeveer 10 minuten zacht. Laat ze afkoelen en snij ze in stukjes.
3Voor het deeg: zeef de bloem, zout en bakpoeder boven een kom en meng alles door elkaar. Voeg de boter toe en vermeng dit tot een kruimelige massa. Water toevoegen en mengen. Als het deeg erg plakkerig is, voeg dan wat meer bloem toe.
4Rol het deeg uit tot een plak met een dikte van 5 millimeter. Snij of prik hieruit 6 rondjes met een doorsnee van ongeveer 14 centimeter. Zorg ervoor dat je het deeg niet teveel uitrekt.
5Meng het vlees en de groenten en voeg zout en peper toe naar smaak. Bedek een helft van het deegrondje met de vulling. Maak de randjes van het deeg een beetje nat om ze beter te laten plakken. Vouw de randen van het deeg naar elkaar toe zodat er een mooi pakketje ontstaat met vulling in het midden. Druk de randjes aan met een vork. Leg de pasteitjes op een bakplaat, bestrijk de bovenkant lichtjes met wat melk en maak een smal sneetje in de bovenkant zodat de stoom kan ontsnappen.
6Bak de pasteitjes 8-10 minuten in een oven op 230°C/gasstand 8. Verlaag de temperatuur dan naar 180°C/gasstand 4 en bak nog eens 35 minuten.
Opbrengst:
6 broodjes