Gesmoord rundvlees met gerst

1Doe het rundvlees in een kom, samen met de knoflook, de laurierblaadjes, de jeneverbessen en de tijm. Giet de wijn erover, dek af en laat 8 uur in de koelkast in de marinade liggen.

2Verwarm de volgende dag de oven tot 160 °C. Doe de uitjes in een kom en bedek ze met kokend water. Laat 2 minuten rusten en laat ze dan uitlekken. Als de uitjes voldoende zijn afgekoeld, schil ze dan en zet opzij.

3Haal het rundvlees uit de marinade en dep het droog met keukenpapier. Verhit de olie in een braadpan op een middelhoog vuur. Voeg het rundvlees toe en laat het aan alle kanten bruinen. Doe dat indien nodig in porties, zodat de pan niet te vol is. Haal het vlees uit de pan en leg het opzij op een bord.

4Voeg de uitjes aan de pan toe en laat 3-4 minuten zachtjes stoven, of tot ze licht gekleurd zijn. Voeg de gerst toe en laat 1 minuut al roerend bakken. Doe het vlees dan weer in de braadpan en giet er eventuele sappen bij. Voeg de bouillon toe en breng aan de kook.

5Zeef de marinade in de braadpan en voeg de laurierblaadjes en het takje tijm opnieuw toe. Breng op smaak met peper en zout naar wens. Doe het geheel in een vuurvaste schaal met een goed sluitend deksel, zet hem in de oven en laat 45 minuten smoren.

6Voeg de wortels, de bleekselderij en de koolraap toe en roer goed. Dek weer af en laat nog 1-1¼ uur smoren, of tot het vlees, de gerst en de groenten gaar zijn. Verwijder de laurierblaadjes en de tijm voor het serveren.