Borsjtsj met puree

1Doe de olie in een grote braadpan en voeg de ui toe. Leg 50 g van de wortel opzij voor de puree, snijd de rest fijn en voeg die toe aan de pan. Roer, dek de pan af en laat op een middelhoog vuur 5 minuten bakken, of tot de ui zacht is.

2Doe het citroensap in een kleine kom. Snijd de venkelknol in vieren. Rasp een vierde fijn en meng het met het citroensap. Rasp het opzij gehouden stuk van de wortel fijn en voeg het toe aan de fijngeraspte venkel. Dek af en zet opzij.

3Snijd de rest van de venkel fijn en voeg die toe aan de pan. Schil de rode bietjes en snijd ze in blokjes. Voeg ze toe aan de pan. Giet de bouillon erbij en breng aan de kook. Temper het vuur, dek de pan af en laat circa 30 minuten sudderen of tot alle groenten gaar zijn.

4Breng ondertussen een andere pan met water aan de kook. Voeg de aardappelen toe en laat 10 minuten koken, of tot ze zacht zijn. Laat ze uitlekken en doe ze weer in de pan. Zet de pan 1 minuut op een laag vuur om te drogen. Schud er af en toe mee, opdat de aardappelen niet aanbranden. Haal de pan van het vuur en zet die afgedekt opzij, zodat alles warm blijft.

5Pureer de soep met een mixer, handmixer of keukenmachine tot ze smeuïg is. Doe de soep indien nodig weer in de pan en verhit die. Proef de soep en breng eventueel op smaak.

6Zet de pan met aardappelen op een middelhoog vuur, terwijl u de soep verhit. Pureer de aardappelen tot ze smeuïg zijn en voeg de melk langzaam toe. Voeg de yoghurt, geraspte venkel, wortel en lente-uitjes toe en breng op smaak met zout en peper.

7Verdeel de aardappelpuree in vier porties en schep ze in het midden van vier borden. Schep de soep er omheen en bestrooi met de fijngehakte venkel of peterselie. Serveer direct.