Konijn volgens mijn over-over grootmoeder.

1Voorbereiding (1 dag van te voren): Leg de lever apart. Hak het konijn zodanig dat je 2 achterpoten, 2 rugstukken, en 2 borststukken met voorpoot krijgt; de kop gebruik je ook. Alle stukken bestrooien met peper en zout.

2De ui snipperen niet te fijn en niet te grof. Leg een laag konijn in een pan en bestrooi dit met uiensnippers, 3 theelepels kerrie, 2 laurierblaadjes en overgiet dit met een scheutje azijn en flink wat rode wijn (ong. 250 ml). Leg de overige stukken en de kop hierop en herhaal het bovenstaande. Leg de lever hierop. Laat dit in gesloten pan 24 uur marineren.

3Bereiding: Haal de stukken konijn uit de pan en bewaar de marinade. Smelt het vet of boter in een al warme flinke braadpan en braad de stukken konijn rondom aan. Leg alle stukken konijn en de kop in de braadpan en overgiet dit met de marinade. De kop dient alleen om smaak af te geven aan de saus.

4Leg de lever bovenop de stukken en laat het konijn op laag vuur langzaam gaar sudderen, ong. 2.5 uur. Na ong. 1 uur de stukken omdraaien maar vooral de lever weer bovenop de stukken vlees gaar laten worden. Als het konijn gaar is alle stukken uit de pan halen en de lever apart op een bord leggen.

5Saus: De lever heel fijn prakken en door de saus heen roeren, samen met de stukjes chocolade en een fijngehakt stukje peperkoek. De saus proeven en naar behoefte nog wat kerrie of wijn erbij doen. Mocht de saus wat te zuur smaken zoet je hem met wat suiker. De delen konijn terug in de pan en samen met de saus nog 15 minuten laten doorwarmen op laag vuur.

6Opdienen met een gekookte aardappel, stoofpeertjes, fijne Franse sperzieboontjes of in honingwater gekookte kleine spruitjes.