Minipannenkoekjes

1In een kom bloem en suiker vermengen. In het midden een kuiltje maken en daaraan ei, gesmolten boter en een beetje melk toevoegen. Langzaam roerend vermengen en vervolgens de rest van de melk geleidelijk toevoegen tot een dik, smeuïg beslag ontstaat.

2Een grote, diepe schotel op lage temperatuur in de oven verwarmen. De oven uitzetten en de schotel afdekken met een theedoek (dit is om straks de pannenkoekjes in warm te houden). Verhit een grote koekenpan met zware bodem op middelhoog vuur en vet deze in met 1 tl olie.

3Giet het beslag over de achterkant van een dessertlepel om mooie, cirkelvormige pannenkoekjes te vormen. Afhankelijk van de grootte van de pan kunt u 4-6 pannenkoekjes tegelijkertijd bakken. Laat steeds zoveel ruimte vrij tussen de pannenkoekjes dat u ze gemakkelijk kunt omdraaien. Bak ze circa 2 minuten of tot ze stevig zijn en de luchtbelletjes die aan het oppervlak verschijnen, breken. De pannenkoekjes moeten van onderen goudbruin zijn.

4Draai de pannenkoekjes met behulp van een spatel om en bak ze nog 1-2 minuten of tot ze ook aan de andere kant goudbruin zijn. Leg ze in de voorverwarmde schotel, leg de theedoek erover en houd ze warm terwijl u de rest bakt. Vet de pan telkens in met 1 tl olie voor u de volgende pannenkoekjes bakt.

5Doe de bosbessen in een kom en roer er de honing door. Voeg de frambozen toe en maak het fruit fijn. Laat een paar vruchtjes heel. Serveer de pannenkoekjes op een stapeltje, samen met het fruit en de zachte roomkaas.