Nasi (zoutarm)

1Snijd de hamlappen in kleine blokjes. Maak een marinade van 1 eetlepel natriumarme ketjap en 1 eetlepel saté boemboe van Conimex en schep dit door het vlees. Laat dit minimaal een half uur intrekken.

2Meng ondertussen in een kleine kom alle ingrediënten voor de nasikruiden samen.

3Kook in ruim water de rijst en voeg ½ theelepel kurkuma aan het water toe. De rijst wordt hier mooi geel van. Giet af en laat de rijst, met de deksel op de pan, afkoelen.

4Doe in een hete wok de olie en braad het vlees rondom goed bruin. Voeg de groenten toe en bak een paar minuten mee.

5Voeg nu de (fijngesneden) rode peper en driekwart van de nasikruiden toe. Roerbak mee en proef. Als je de nasi sterker van smaak wilt kun je meer nasikruiden toevoegen. Maak het wat scherper door iets meer cayennepeper toe te voegen.

6Voeg 2 eetlepels natriumarme ketjap toe en een klein scheutje water. Schep daarna de rijst door het mengsel en verdeel goed. Zorg dat de nasi door en door warm is. Je kunt er eventueel op je bord iets losalt/ jozo bewust overheen strooien, maar als je voldoende kruiden hebt gebruikt moet dat niet meer nodig zijn!

7Pindasaus: Verhit de olie in een kleine steelpan, doe de currypasta erbij en bak 1 minuut.

8Roer de overige ingrediënten erdoor en breng alles aan de kook. Zet het vuur lager en kook zachtjes 5 minuten tot de saus gebonden is.