15 min.
10 min.
25 min.
Dit recept kreeg ik van een Ierse bakker. Hij is nu met pensioen dus nu moet ik ze zelf maken. Het originele recept was voor 105 dozijn, maar ik heb het aangepast naar 2 dozijn!
Ingrediënten:
- 600 gr witte tarwebloem
- 100 gr suiker
- 2 eetlepels melkpoeder
- 70 gr bakkersgist
- 30 gr sojameel
- 1 theelepel zout
- 1 theelepel kaneel
- 75 gr boter, in blokjes
- 1 losgeklopt ei
- lauw water, ongeveer 200 ml
- 150 gr sultana rozijnen, bestrooid met bloem
- 30 gr gemengde gedroogde vruchten, bestrooid met bloem
- 4 theelepels witte tarwebloem
- snufje bakpoeder
- 1 eetlepel zachte boter
- 20 ml water
Bereidingswijze:
1Doe de bloem, suiker, melkpoeder, gist, sojameel, zout en kaneel in een kom en meng goed.
2Voeg de boter toe, en kneed er een fijn kruimeldeeg van. Voeg het ei toe en meng opnieuw. Giet er voldoende lauw water bij om het te binden tot een deeg. Meng de rozijnen en gemengde gedroogde vruchten erdoor.
3Kneed het deeg op een met bloem bestoven werkvlak, maar er 24 stukken van en vorm elk tot een broodje. Leg op een ingevette en met bloem bedekte bakplaat, en laat ongeveer een uur op een warme tochtvrije plek rijzen.
4Verwarm de oven voor op 240°C / gasovenstand 8.
5Maak het mengsel voor de kruizen door 4 theelepels bloem, een mespuntje bakpoeder en 1 eetlepel zachte boter te mengen. Voeg 15 – 20 ml water toe en meng tot het een zachte gladde pasta. Schep alles in een spuitzak en versier elk broodje met een kruis.
6Bak 10 -15 minuten, of tot ze goudbruin zijn. Haal ze uit de oven en bestrijk ze met de warme siroop. Laat op een rooster afkoelen. Serveer warm met boter.
Opbrengst:
24 broodjes
